Dit boek over het Nederlands Migratierecht presenteert het beleid en de regelgeving die voor vreemdelingen de toelating tot, het verblijf in en het vertrek uit Nederland bepalen. De snelle ontwikkelingen in het migratierecht maakten een derde druk in 2020 van dit boek onontbeerlijk.
De Nederlandse wet- en regelgeving en de jurisprudentie daarover worden in belangrijke mate bepaald door internationale en Europese verplichtingen die Nederland is aangegaan. Denk aan het Vluchtelingenverdrag en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, en zeker ook aan het Unierecht, dat bijna alle onderdelen van het
migratierecht voor Unieburgers en derdelanders beheerst. Het boek plaatst de Nederlandse regels in deze internationale en Europese context. Dat helpt de lezer bij het toepassen, interpreteren en beoordelen van de wet- en regelgeving. Deze opzet maakt het boek waardevol voor zowel studenten als praktijkjuristen.

Naast hoofdstukken over de algemene materiële en procesrechtelijke regels, krijgt het verblijf op grond van gezinshereniging, arbeid, studie en asiel afzonderlijke aandacht. Elk onderdeel begint met een casus en een aantal vragen daarover.