Meditaties over de eerste filosofie (voor het eerst verschenen in 1641) is de meest principiële en samenvattende uiteenzetting van de filosofie van René Descartes. Het is een uitwerking van de filosofische gedachten die hij eerder uiteenzette in Over de methode (1637). In zes meditaties verwerpt Descartes alles waaraan maar enigszins getwijfeld kan worden, om vervolgens te kunnen onderbouwen wat dan wél absoluut zeker is.

Met dit geschrift mengt Descartes zich in het grote wijsgerige debat van zijn tijd. Hij presenteert zijn nieuwe metafysica, bespreekt de geldigheid van de kennis en de relatie van ziel en lichaam en geeft bewijzen voor het bestaan van God en van de materiële dingen. Beroemde tijdgenoten van Descartes, onder wie Thomas Hobbes en Pierre Gassendi, hebben tegenwerpingen op de Meditaties geformuleerd. Deze uitgave bevat naast de hoofdtekst van de Meditaties de belangrijkste van deze tegenwerpingen en de reacties daarop van Descartes.